Gedragscode

Art. 1. Begrippen

1. “De vereniging”: Gymnastiekvereniging De Gemzen.
2. “Statuten”: de statuten van de genoemde vereniging.
3. “Het bestuur”: het bestuur van de vereniging.
4. “Bestuurder”: een bestuurder van de vereniging.
5. “ALV”: de Algemene Vergadering van de vereniging.
6. “Begeleiders”: Trainers en assistenten van de vereniging.

Art 2 Doel gedragscode

1. De vereniging verzet zich tegen discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht, seksuele voorkeur, nationaliteit, afkomst, burgerlijke staat, gezondheid, handicap, leeftijd of welke andere oneigenlijke grond dan ook. De vereniging zal gerichte maatregelen treffen om discriminatie, seksuele intimidatie, agressie en/of geweld te voorkomen en in voorkomende gevallen te bestrijden. Deze gedragscode heeft tot doel de bevordering van een alerte en effectieve naleving van het verbod van discriminatie, seksuele intimidatie en andere vormen van ongewenst gedrag in de vereniging.
2. Deze gedragscode is bedoeld om:
   1. grensoverschrijdend gedrag binnen de vereniging te voorkomen;
   2. de begeleiders te verplichten in te grijpen in geval van concrete incidenten;
   3. de omgangsvormen binnen de vereniging veilig, eerlijk, integer, gezond en aantrekkelijk te houden.

Art. 3 Werkingssfeer

1. Deze gedragscode is van toepassing op
   • alle leden van de vereniging
   • degene die in een commissie zitten of een andere vrijwilligers functie uitoefenen bij de vereniging maar geen lid zijn van de vereniging en die (schriftelijk) hebben verklaard zich te conformeren aan de statuten, het huishoudelijk reglement en deze gedragscode Alle begeleiders zijn tevens ook lid van de vereniging.

Art. 4 Ongewenst gedrag

1. Leden en vrijwilligers van de vereniging bejegenen elkaar en andere mensen die zij in verband met de vereniging tegen komen collegiaal en met respect.
2. Leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen e.d., opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren.
3. Leden onthouden zich tegenover andere leden van grensoverschrijdend gedrag.
4. Grensoverschrijdend gedrag is elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige of beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd. Onder grensoverschrijdend gedrag wordt in ieder geval doch niet uitsluitend begrepen discriminatie, uitsluiting, aanzetten tot onverantwoord gewichtsverlies, aanzetten tot verslaving, (hoge) psychische (prestatie)druk, agressie, geweld, bedreiging, belediging en/of pesten.
5. Het in strijd handelen met de voorgaande bepaling geldt als een verboden gedraging en kan leiden tot disciplinaire maatregelen zoals opgenomen in de statuten.

5. Verantwoordelijkheid bestuur, begeleiders en leden

1. Het bestuur is er verantwoordelijk voor dat iedereen in de vereniging op de hoogte is van de gedragscode. Het bestuur stimuleert een collegiale, gelijkwaardige omgang binnen de vereniging.
2. Het bestuur is verantwoordelijk voor het op (laten) vragen en documenteren van een Verklaring Omtrent het Gedrag voor iedere nieuwe trainer.
3. De begeleiders dienen een zodanige sfeer te creëren dat ongewenst gedrag waar deze gedragscode betrekking op heeft, niet voorkomt, en, indien ongewenst gedrag voorkomt, dan neemt hij/zij gerichte maatregelen ter bestrijding daarvan.
4. Ieder lid en iedere vrijwilliger die in zijn werksituatie discriminatie of ander ongewenst gedrag signaleert, probeert dit aan de orde te stellen. Dat kan bijvoorbeeld door de persoon die het gedrag vertoont hierop aan te spreken, dan wel een begeleider hiervan op de hoogte te stellen, of het bestuur te informeren of de vertrouwenspersoon hiervan op de hoogte te stellen

6. Zelf slachtoffer van ongewenst gedrag en vertrouwenspersoon

1. Het lid dat zelf met ongewenst gedrag wordt geconfronteerd kan dit aan de orde stellen bij een vertrouwenspersoon.
2. Het bestuur draagt zorg voor de benoeming van tenminste 1 vertrouwenspersoon en de bekendmaking hiervan op de website van de vereniging.
3. De vertrouwenspersoon is aanspreekpunt voor leden en andere mensen die binnen de vereniging geconfronteerd worden met ongewenst gedrag.

7. Mogelijkheid van disciplinaire maatregelen

1. Conform de statuten kan een schending van deze gedragscode leiden tot het treffen van disciplinaire maatregelen zoals een berisping, schorsing, het opleggen van een boete en royement.
2. Het bestuur is bevoegd om deze maatregelen op te leggen. Het bestuur kan er, conform de statuten, ook voor kiezen hiervoor een commissie in te stellen.
3. Tegen een disciplinaire maatregel niet zijnde een royement, staat binnen een termijn van vier weken na dagtekening van het besluit beroep open bij de algemene ledenvergadering. Van de uitspraak van de algemene vergadering is beroep mogelijk bij de KNGU. Het instellen van een beroep heeft geen schorsende werking.
4. Nadat het bestuur tot ontzetting (royement) heeft besloten, wordt het betrokken lid ten spoedigste door middel van een aangetekend schrijven van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij een algemene vergadering, die in haar eerstvolgende vergadering met meerderheid beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende algemene vergadering en bevoegd is aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan.

8. Instelling van een commissie inzake ongewenst gedrag

1. Het bestuur kan een commissie instellen om ongewenst gedrag binnen de vereniging te onderzoeken en indien aan de orde, maatregelen te treffen zoals hierboven aangegeven.
2. Een dergelijke commissie zal altijd uit tenminste 2 personen bestaan. Het bestuur benoemt de leden en de taak, instellingstermijn en samenstelling van de commissie wordt op de website van de vereniging kenbaar gemaakt.
3. Indien een klacht wordt ingediend of gemeld, kan de commissie niet bestaan uit mensen die op enigerlei wijze betrokken zijn of zou kunnen zijn bij de klacht.